Een nieuw gezicht (Anno 2003)

Infrastructuur

De bewoners zijfn in het algemeen heel blij dat de brahmachari’s hun deel van het werk zo snel hebben uitgevoerd; binnen het jaar was het voltooid. Zij denken dat de regering er vijf jaar over zou hebben gedaan en dat de aannemers hen in de steek zouden hebben gelaten. Tegen de brahmachari’s zeggen de bewoners: “Jullie zijn persoonlijk gekomen, dat is werkelijk bijzonder en getuigt van diep medeleven.”

Hoewel de M.A. Math door de eerste minister werd uitgenodigd om in deze regio met de heropbouw te komen helpen, was het omgaan met de lokale ambtenaren geen gemakkelijke taak. Sommige van de moeilijkheden zijn nog steeds niet opgelost. De Amrita Koetiram brahmachari’s moesten noodgedwongen rekening houden met het feit dat, op lokaal niveau, politieke belangen een grote rol spelen en invloed kunnen hebben op hun werk. Sommige voorzieningen waren zeer moeilijk te realiseren wegens vertragingen door het gebrekkig overheidsapparaat. Toch blijft het voor de brahmachari’s pure, onzelfzuchtige dienstverlening.


Een publieke waterpomp

De M.A. Math legde wegen aan, maakte de sloppenwijk schoon, en boorde op zes strategisch gelegen punten een waterput. Aan deze publieke pompen kan men zich baden en de was doen. Een tankauto van de lokale overheid brengt het drink- en kookwater en vult daarmee het enige tankreservoir op het terrein dat, na veel aandringen, door de overheid werd geïnstalleerd.

De aanvoer van elektriciteit heeft op dit ogenblik de absolute prioriteit. De bedrading is aangelegd, maar er is nog bijna geen stroom. Een groot twistpunt zijn de sanitaire voorzieningen binnenshuis. Hoewel elk appartement over de ruimte voor een badkamer beschikt, kan er niets geïnstalleerd worden omdat de afvoer ontbreekt. Ook de publieke toiletten en douches, die de M.A. Math gebouwd heeft, kon men lang niet gebruiken door een gebrek aan watervoorziening en riolering.

Eén van de redenen hiervoor situeert zich in de beginfase van het afwerken van de appartementen. Toen trokken de bewoners, wegens een overstroming van de sloppenwijk, in de half afgewerkte bouwstructuren. Eenmaal zover, was het voor de overheid moeilijk om nog werkzaamheden uit te voeren in de geïmproviseerde woningen. De M.A. Math zat klem tussen een onwillige overheid en bewoners die zich aan deze situatie aangepast hadden.


Afgewerkte appartementen

Brahmachari Sadashiva, die verantwoordelijk is voor de ashram in Hyderabad, heeft dan tussen de verschillende partijen bemiddeld. In september 2002 deed hij volgend verslag: “De bewoners vragen om toiletten en willen een comité vormen om met de overheid te onderhandelen. Ze gaan akkoord om zelf voor het onderhoud van de voorzieningen in te staan.
De ashram, op zijn beurt, heeft aangeboden de helft van de installatiekosten te betalen, als dat de zaak helpt oplossen. De vraag moet nog aan de overheid worden gesteld, maar deze zal garanties vragen betreffende het onderhoud van de voorzieningen.”
“Hiermee zetten de bewoners een zeer belangrijke stap. Zij hebben het grootste deel van hun leven zonder behoorlijk sanitair geleefd en tot voor kort onderkenden ze er ook de waarde niet van. In de begindagen moesten de brahmachari’s hen hygiëne en netheid bijbrengen. Ondanks het gebrek aan sanitaire voorzieningen wordt het bouwterrein toch goed onderhouden. De bewoners gebruiken ondertussen, zoals overal in India, aan de rand gelegen gebieden voor hun natuurlijke behoeften. Hun verlangen naar verbetering is belangrijk. Niet alleen zijn ze bereid zelf verantwoordelijkheid te dragen voor het schoonhouden van het bouwterrein, maar het belangrijkste is dat ze zich als groep opstellen. Daar was voorheen geen sprake van.”


Sociaal werk

Ondanks het feit dat het hier een Amrita Koetiram bouwterrein betreft, waar alleen de M.A.Math verantwoordelijk is, moeten de inwoners van Guddimalkapur de regering voor elk appartement betalen. De som bedraagt Rs 30.000 (€ 634). De reden hiervoor is dat de overheid bij de Wereldbank geld leende om de betonnen ruwbouw te kunnen financieren. Dit betekent dat elk gezin maandelijks een bedrag van Rs 300 (€ 6,35) moet opbrengen. Voor velen is dit te veel, soms moeten zij hiervoor een hele week werken.


Appartementen met een verkoopstalletje De meeste mensen kunnen maar Rs 200 (€ 4,23) betalen. De inwoners voelen zich door de overheid hierdoor in de steek gelaten. Zij begrijpen niet waarom zij wel geld vraagt, terwijl de M.A.Math de grote aanpassingswerken gratis uitvoerde. Toch beseft men dat, als de betalingen worden volgehouden, de overheid hen op den duur het eigendomsbewijs wel zal verstrekken.

Enkele lokale vrijwilligers boden spontaan hun hulp aan toen ze zagen dat het Guddimalkapur project in staat was om de betrokkenen een nieuwe start te geven. Een vrijwilligersorganisatie bood aan literatuur- en cultuurklassen te sponsoren voor kinderen die niet naar school gaan als ook voor volwassenen.Op het einde van de zomer van 2002 werd er op het bouwterrein een festival georganiseerd. Amma’s medewerkers uit de ashram betaalden een hartige, voedzame feestmaaltijd voor drieduizend inwoners. Dit was een zeer succesvolle gebeurtenis, waar iedereen van genoot. Het festival en de maaltijd hebben er toe bijgedragen dat het bouwterrein, dat wat verscholen ligt van de grote doorgangswegen, meer bekendheid heeft gekregen. Het heeft de mensen ook dichter bij elkaar gebracht.

Gedurende de bouwwerkzaamheden woonde brahmachari Rajesh tussen de inwoners van Guddimalkapur. Hij stimuleerde hen om na te denken over de opvoeding van hun kinderen, moedigde hen aan om hygiënisch te leven en bracht hen opnieuw in contact met de oorsprong van hun spirituele cultuur.

“Ik moest het werk aan de gebouwen combineren met sociaal werk. Ik leerde hen reinheid, stimuleerde hen om zich te wassen en om hun omgeving net te houden. Veel van de jongens die me helpen, zijn erg veranderd. Meestal nam ik hen ’s avonds mee naar de bhajans.”

“Ze bloeiden langzaam open. Wij moeten ons echter blijven inspannen om de mensen hier aan te zetten het heft in eigen handen te nemen. Met één van de bewoners ben ik, gedurende twee uur per dag, een informele school begonnen. Het was echter moeilijk om de kinderen samen te brengen. Als ik de kinderen en de leraar niet ging halen of ze niet kon vinden, dan gebeurde er die dag niets. Ik moest er steeds zijn om het op te starten. Als ik er zelf ben, dan zetten ze zich wel in. In het begin moest ik de mensen vragen om te helpen met de bouwwerkzaamheden. Toen ze begrepen dat wij niet zoals de overheid werken en geen geld vragen, waren ze bereid om te helpen.”

“Met onze inzet ervaren we de blijheid die ontstaat uit het dienen van Amma en onze medemens. We zouden niets mogen terug verwachten, enkel geven. Wat we ook voor deze arme mensen doen, we mogen er geen persoonlijk resultaat van verwachten. Het leven en werken met deze mensen zelf zal ons dit leren. Door met hen te leven kunnen we ze ook opbeuren, motiveren en ondersteunen. Op een andere manier zal dat niet lukken. Een aantal van hen zijn, dankzij Amma’s hulp, meer mens geworden, maar anderen hebben nog altijd onze steun nodig. Geen van hen heeft geld. Bij ziekte moeten wij met hen naar een dokter gaan. Het belangrijkste is dat het voor ons pure dienstverlening is. Door onze hulp voelen de mensen dat Amma’s mededogen hier aanwezig is.”


Werkgelegenheid

In India bestaat geen sociale zekerheid voor mensen die werkloos zijn. Omdat maar een klein percentage Indiërs werkelijk een werknemerspositie inneemt, zijn miljoenen mensen gedwongen te leven van hun vindingrijkheid en ondernemingsgeest. De gezinnen van Guddimalkapur tonen hoe mannen en vrouwen samenwerken in een poging om te overleven. In de vroege ochtend zijn de steegjes vol drukke activiteit. In de hoop op enkele vitale roepies, die hen naar devolgende dag kunnen brengen, beginnen de mensen aan een nieuwe dag. Armoede overschaduwt hen nog altijd, maar er is ook hoop.
Appartementen met een verkoopstalletje
Eklavya en zijn moeder Balamma zijn tribalen. Voorheen leefden zij in hutten in een sloppenwijk vlakbij. Balamma is een gepensioneerd steenkliefster. Zij woont op de eerste verdieping, vlak boven haar zoon. Ook Eklavya is een steenkliever, hij zorgt voor zijn moeder en voor zijn gezin.

Balamma
Eklavya met zijn kinderen
Balamma: “Ik voel dat het dankzij Amma’s zegen is dat wij hier gelukkig wonen. Ik heb Amma’s ontmoet en ik bid elke dag bij haar foto. Amma geeft ons te eten en ze heeft ons dit huis gegeven. Ik heb het gevoel dat ze ons alles geeft.”


Winkel


Sunkhana, haar zieke man, haar kinderen en op de achtergrond hun winkel

Sunkhana: “Om wat geld te kunnen verdienen, hebben we de enige woonkamer, in een winkel veranderd. Maar we redden ons wel, we hebben voldoende ruimte. Ik moet buitenhuis werken om wat te kunnen verdienen. Ik sorteer afvalpapier en krijg daarvoor Rs 20-30 (± € 0,50) per dag, dat is heel weinig. Mijn man is ziek, maar hij kan de winkel doen. We vinden het hier heel fijn, want we kunnen hier rustiger leven. Het is Amma’s zegen dat we dit huis hebben gekregen. Ik heb Amma tijdens een van haar programma’s ontmoet en dat maakte me heel gelukkig. Ik heb een foto van haar en doe elke dag een puja (klein ritueel) voor haar. Dat schenkt me veel vreugde.”


Sunkhana’s kinderen voor de winkel


Chauffeurs


Een chauffeur, met kinderen
uit de buurt, bij zijn voertuig
Veel mannen werken als chauffeur. Zij hebben allerlei kleine voertuigen, vaak gebouwd op hetzelfde chassis als de autoriksha’s. Ze hopen Rs 100 (€ 2,11) per dag te verdienen, maar het werk is zeer onregelmatig. (Een chauffeur in loondienst verdient tot Rs 1500 (€ 3,70) per maand). Sommige chauffeurs zeggen dat het nu moeilijker is om werk te vinden, omdat zij door het verhuizen naar Guddimalkapur, het centrum van de stad moesten verlaten. Zij zijn in dit gebied niet gekend en moeten zichzelf opnieuw vestigen. De sfeer in de wijk bevalt hen echter heel goed en ze zijn blij hier te wonen.

Eén van deze mannen zegt: “Ik kan het niet goed uitleggen en ik weet niet waarom, maar we hebben hier geen problemen. Ik voel me hier beter. Voorheen leefden we in hutten. Hier is het echter heel vredig”.


Het is moeilijk werk te vinden, maar de sfeer in de wijk is goed.”


Rietvlechters
Ramanamma, neemt het voltooide rietvlechtwerk mee naar de markt. Zo heeft ze elke dag ongeveer 12 manden en een paar matten. Dit is het werk van drie volwassenen. Ze kan een mand voor Rs 10 (€ 0,21) verkopen en een mat voor Rs 3 (€ 0,06). Elke volwassene kan dus niet meer verdienen dan Rs 50 (€ 1.06) per dag. Ramanamma: “Het is niet genoeg om van te leven. Mijn man neemt al het werk aan dat hij kan krijgen. Onze twee dochters gaan naar een staatsschool. Daar is alles gratis, ook de boeken. De flat bevalt ons zeer goed. Het moet Amma’s zegen zijn dat het hier zo fijn is.”


Ramanamma met het voltooide rietvlechtwerk van 3 volwassenen

  Een volwassene verdient met rietvlechtwerk hooguit Rs 50 (€ 1,06) per dag


Papierrecyclage


Een papiersorteerster

Een van de drukste bezigheden is het sorteren van oud papier. Een hoek van het terrein is hier speciaal voor bestemd en er heerst een enorme drukte. Grote ladingen papier komen hier aan, worden gesorteerd, gewogen en tenslotte opnieuw verpakt. De pakken worden meestal per fiets vervoerd, maar ook op de traditionele wijze van alle arme mensen: op hun hoofd.Een arbeider zegt: “Om 3 uur ’s nachts vertrek ik om te gaan werken en ik keer later in de ochtend terug. Sommige dagen kan ik tot Rs 100 (€ 2,11) verdienen. Ik verzamel papier en plastic. Ik voel me hier veel beter omdat ik hier meer kan verdienen. Ik ben gelukkig. Dit is een veilige plek voor mijn gezin en hier zijn goede mensen. Soms maken we ruzie binnen het gezin, maar buren onder elkaar maken nooit ruzie. We voelen ons goed bij elkaar.”


Het wegen van gesorteerd papier  
Wie geen fiets heeft draagt de last op zijn hoofd


Vervoer per fiets


Informele school

Ramakrishnan is één van de lokale inwoners. Hij studeerde tot zijn vijftiende (ongeveer het 3e middelbaar). Brahmachari Rajesh moedigde hem aan om de jongere kinderen in informele klasjes te onderwijzen. Hij zegt dat het moeilijk is om aan gemengde klassen les te geven, omdat de oudere kinderen de kleinsten storen. Ondanks zijn handicap, hij heeft polio, is hij een energiek onderwijzer. Tijdens een rekenles reageren de kinderen enthousiast op zijn voorstel om de rekentafels te zingen. “Enkel als we hen te eten geven, komen ze zonder problemen,” zegt brahmachari Rajesh.


Ramakrishnan met zijn klas


Enkele ouders sturen hun kinderen
naar een staatsschool
 
Ramakrishnan met zijn aangepaste fiets


Weduwe


Tipamma

Tipamma is een weduwe die bij haar zoon en kleinkinderen inwoont. Zij is heel tevreden met haar huis. Ze zegt: “Het is helemaal bepleisterd. Water wordt met een tankauto gebracht, maar elektriciteit is er niet”. Ze benut al haar vrije tijd om het altaar, naast het bureel op de bouwplaats, schoon te houden. Soms moet ze echter weg om te gaan werken.

“Ik verzamel afval en sorteer papier en verricht zo wat werk. Op sommige dagen verdien ik Rs 20 (€ 0,42), soms Rs 30 (€ 0,63) en uitzonderlijk Rs 50 (€ 1,06). Het is geen vast werk, maar de kans doet zich af en toe voor. Het is niet genoeg om van te kunnen eten, maar ik heb geen problemen. Ik wil alleen wat werken om voldoende te eten te hebben. Ik wil eigenlijk niet buitenhuis werken. Ik wil hier werken. Ik wil hier deze plaats voor Amma netjes houden. Ik wil nu niets anders doen.”